Wat ondertussen veel mensen wel van mij weten (en ervaren) is dat ik van nature een behoorlijke dwangmatige persoonlijkheid heb. Altijd al gehad - echt de aard van het beestje - en zonder twijfel de basis van veel van mijn talenten en behaalde successen. Mijn dwangmatigheid en bijbehorende eigenschappen zoals gedisciplineerd, ordelijk, routinematig, perfectionistisch en punctueel hebben me heel vaak heel ver gebracht in mijn leven plus me zeer regelmatig boven mezelf doen laten uitstijgen besef ik nu. Ook werden deze eigenschappen veelvuldig geroemd door mijn omgeving en plukten veel mensen, scholen/klassen, verenigingen en vrienden er dankbaar de vruchten van, ik ervaarde mijn dwang jarenlang dan ook puur en alleen als een kracht. Wanneer ik nu terugdenk aan deze hoogtijdagen kan ik bijna niet geloven dat ik dit echt zelf allemaal was en ik zo veel zo ‘verrekkus’ goed voor elkaar gekregen heb, het voelt meer als een soort droom of film, heel onwerkelijk. Echter zijn deze sterk ontwikkelde eigenschappen ook giga grote boosdoeners voor mij, onder andere voor mijn drie burn-outs, chronische vermoeidheid en angst/piekerstoornis. De kern van mijn dwangmatigheid ligt namelijk in het altijd en overal de maximale controle willen hebben en houden, no matter what en het liefst tot in de kleinste details. En bij elke klap en tegenslag hierin, elke negatieve ervaring met controleverlies, elke burn-out, werd deze behoefte bij mij sterker en sterker. Of nouja niet per se sterker, maar geconcentreerder, want doordat alle grote standaard basisdingen in mijn leven wegvielen en ik daar dus geen passionele (en maatschappelijk geaccepteerde) controle meer over kon uitoefenen, verplaatste dit zich geruisloos en zonder dat ik het echt doorhad naar allerlei kleinere dingen. Héél kortgezegd transformeerde mijn dwang op deze manier van een soort superpower in een belemmerende stoornis; een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis oftwewel een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis. Gelukkig ben ik ondertussen al een tijd zo ver dat ik me hier niet meer (extreem) voor schaam of dit als raar en zwak ervaar, eerder als veel te sterk en perfect. Ik ben wie ik ben en dat is oké. Meer over mijn leven met dwang en deze aardig diepgewortelde stoornis lees je in deze blogpost.
“Mensen met een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis, ook wel een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis genoemd (OCPS), ervaren een sterke drang om alles onder controle te hebben. Ze zijn voortdurend bezig om hun taken ordelijk en foutloos te uit te voeren, vaak zonder enige emotie. Mensen met deze persoonlijkheidsstoornis zijn echte perfectionisten en leggen de lat voor zichzelf torenhoog. Planning, regelmaat, orde en oog voor detail vinden zij erg belangrijk. Sterker nog: zónder zal iemand met een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis niet goed kunnen functioneren. Iemand met deze stoornis is niet erg flexibel, heeft moeite met delegeren en zal zijn doen en laten niet gemakkelijk kunnen veranderen. Routine, zowel thuis als op het werk, is echt een basisbehoefte. Omdat mensen met deze stoornis altijd maar met hun werk, taken of school bezig zijn, blijft er weinig tijd over voor ontspanning. Deze manier van leven brengt veel stress met zich mee, wat zich kan uiten in een burn-out, depressie, angststoornis of lichamelijke klachten.” Dit is een algemene van het Internet geplukte omschrijving die in mijn ogen (in een paar zinnen) een aardig goed beeld geeft van deze stoornis. Ik weet zeker dat naast mij vele anderen zich hier ook in zullen herkennen maar toch de diagnose niet hebben, zoals zo vaak bij dit soort omschrijvingen. Hoe dat kan? Simpelgezegd eigenlijk door dit ene zinnetje: “Sterker nog, zónder zal iemand met een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis niet goed kunnen functioneren.” Daar ligt the key, bij mij belemmert het mijn leven en bijvoorbeeld het loslaten en niet doen of volgen van bepaalde dingen / regels / routines / planning geeft veel meer innerlijke narigheid, stress en klachten dan al mijn (veel te) hoge perfectie-eisen wel ‘gewoon’ nastreven. Frustrerend, verneukeratief, vermoeiend, maar waar.
Voor mij is mijn extreme behoefte aan controle (en perfectie) een levensbelemmering, en dus een stoornis, geworden toen ik ziek werd en letterlijk alles in hard tempo door mijn vinger glipten. Zelfs over mijn eigen lijf had ik op den duur totaal geen controle meer, helemaal tot aan het uiterste dieptepunt dat zoiets als alleen naar de wc gaan niet eens meer lukte. Geeneen touwtje had ik meer in handen, nul komma nul. Elk klein stapje dat het daarna ietsje beter met me ging en waar ik een dun touwtje controle terug kon pakken greep ik dan ook met beide handen aan, no way dat ik dat nog los ging laten. Vol focus en tot in de strengste perfectie ging mijn schreeuwende controlehonger hier op los… Extreem op los. Dit deed ik overigens niet bewust en ik zag (en begreep) dit natuurlijke copingsmechanisme pas vele jaren later, het was mijn manier van overleven en het dealen met trauma’s, rouw en emoties. Dat hier veel betere en gezondere manieren voor zijn leerde ik later gelukkig ook.
Nu ik me sinds een paar jaar bewust ben van deze gevoeligheid en deze aard van het beestje een naam heeft, zie ik steeds sneller wanneer iets tè dwangmatig wordt en ik weer eens flink doorgeslagen ben. Ik leef daarom eigenlijk altijd met één hand op de handrem. Noem iets alledaags en grote kans dat ik daarbij (continu) de handrem moet inknijpen omdat ik er ooit te extreem dwangmatig in ben geweest; wandelen, schrijven van blogs, sporten/bewegen, foto’s maken, schoonmaken en andere dingen in het huishouden, gezond eten, borduren, persoonlijke verzorging, dagindeling en zo kan ik nog wel even doorgaan. Veel van deze dingen bungelen overigens nog steeds op het randje van doorslaan, zeker als ik wat minder goed in mijn vel zit of veel onrust in mijn lijf en hoofd heb. Dwangmatig handelen gebeurt namelijk veelal zonder nadenken en geeft me daardoor rust, super tijdelijke rust I know, maar iets is voor mij dan echt honderd keer beter dan niets. Ook ben ik altijd wel bezig met het terugdringen van een dagelijkse dwanghandeling, momenteel is dat bijvoorbeeld het elke avond na het koken mijn keuken helemaal willen poetsen. Helaas heb ik te weinig energie (en hulp) om mijn dwang op echt grote schaal dieper aan te pakken, die energie is altijd al ruimschoots op door het zorgen dat mijn vele dwang/angst/pieker/klachten-emmers niet overlopen. Gelukkig lukt me dit doorgaans best aardig - al zal iemand anders de vele routines en moetjes nog steeds veel te extreem vinden (wat ik snap) - voor mij is het voor nu grotendeels goed genoeg in balans. Althans dat zegt mijn zelfacceptatiekant, aan de andere kant voel ik namelijk ook vaak genoeg frustratie en verdriet waarom ik zo moeilijk in elkaar zit en niets eens ‘normaal’ kan gaan. Tsja, onontkoombaar denk ik en het mag er dan ook zeker zijn af en toe.
Loslaten, let it go-en, het lukt me stapje voor stapje steeds beter, maar echt met twee handen los leven, zonder handrem en zelfs zonder stuur, is voor mij helaas al snel veel te ‘gevaarlijk’ en past jammergenoeg niet bij wie ik ben en hoe ik in elkaar zit. Hoe ontzettend graag ik dat ook zou willen en hoe jaloers ik ook ben op mensen die dat wel kunnen, mij geeft grote dingen loslaten en daarin go with the flow-en nou eenmaal veel stress en zelfs lichamelijke klachten. Loesjes’ “geen paniek, het is maar chaos” zal (hoe verdrietig en frustrerend ook) never nooit op mijn lijf geschreven kunnen worden. Voor mij blijft het dus bij de kleine dingen, de dunne touwtjes laten vieren, de handrem af en toe loslaten en met ogen dicht in het pierenbadje springen, en dat is ook oké. Er zijn meer dan genoeg andere dingen die wel trots op mijn lijf geschreven staan!
Liefs Laura
Ps. Bij deze blogpost heb ik het standaard minstens tien keer overlezen en blijven bijschaven proberen los te laten, wat laat jij vandaag los?
Reacties
Een reactie posten