Doorgaan naar hoofdcontent

Nee is mijn nieuwe ja (en andersom)


Best wel even heb ik getwijfeld of ik over dit onderwerp een blogpost zou schrijven, het is namelijk nogal een cliché-onderwerp waar ik ook zelf regelmatig zuchtend ‘moe’ van word, vooral de vele bijbehorende tenenkrommende quotes die overal en nergens als paddenstoelen uit de grond schieten bezorgen me rillingen. Maar omdat ik oprecht en gevoelsmatig zo ontzettend anders ben gaan kijken naar dit onderwerp en alles wat daarbij hoort, wilde ik er toch graag wat over kwijt. Ook is het vandaag precies twee jaar geleden dat ik de Eikenboomkliniek verliet - wat me weer even een mega throwbacktime geeft - en het juist dáár was dat ik voor het allereerst een bijna honderd procent positieve ervaring had met het onderwerp. Een soort eurekamoment die ik me nog zo goed en gedetailleerd herinner en nu achteraf gezien het ultieme startschot is geweest voor mijn groei op dit vlak. Ogenschijnlijk een cheesy onderwerp van niks, van ‘jaja het zal wel’ en van veel geïrriteerd gezucht, maar niets blijkt uiteindelijk minder waar. Al denk ik dat hoe sterker je dit denkt en voelt, hoe meer het eigenlijk (diep van binnen) ook op jou van toepassing is en een grote kern van waarheid voor je heeft, cliché of niet. Zo werkt het bij mij in ieder geval wel, dat durf ik voortaan wel onder ogen te komen, ook bij het onderwerp van deze blogpost; nee zeggen. 

De eerste dertig jaar van mijn leven zag ik nee zeggen (en mijn grenzen aangeven) als iets negatiefs en vooral als iets zwaks. Aangeven dat ik iets niet wilde, eigenlijk geen tijd of zin had, dat ik iets niet kon of aandurfde, deed ik eigenlijk vrijwel nooit. Als me iets gevraagd werd dan deed ik dat gewoon, nouja gewoon; perfect. Hoe druk ik het ook had, er was altijd nog wel plek voor nòg iets, nog een taak/opdracht/idee, nog een project, nog een commissie, nog een ‘to do’. Niet dat ik dit met veel tegenzin deed, integendeel zelfs, ik vond alles juist veel te leuk en zocht juist zelf ook vaak naar meer. Altijd druk al doende bezig zijn floreerde ik echt, want zie ik nu, al doende kun je niet voelen. Ik voelde bijvoorbeeld niet dat ik best veel activiteiten, vooral sociale, wel met tegenzin deed, dat ik over mijn grenzen ging, dat ik overprikkeld was, dat ik verdrietig of bang was, dat ik iets eigenlijk helemaal niet wilde of niet bij me paste, en vooral dat ik niet blij was met mezelf. Nee, ik dacht meer in de trant van kom maar op, ik doe het wel, gaan met die banaan, hoe meer ja’s hoe beter. Onderliggend; Hoe meer ja’s hoe beter, leuker en waardevoller ik ben, want 100% ja is de sleutel naar geluk en succes. 


Maar sinds een jaar of twee/drie ben ik ein-de-lijk meer durven gaan inzien en bovenal gaan ervaren dat juist nee één van de sleutels naar een gelukkig, fijn en waardevol leven is. Begrijp me niet verkeerd, lang niet alle nee’s zijn leuk als je chronisch ziek bent, zeker niet omdat het zijn er namelijk nogal veel zijn, veel meer dan ‘gemiddeld’, en dat is zachtgezegd heel erg bleh. Maar aan de andere kant heb ik leren zien, dat te vaak en te veel ja blijven zeggen, meedoen met de grote ‘normale’ stroom, me alleen maar ‘zieker’ en beperkter maakt, hoe graag ik ook anders zou willen. Als ik mezelf voorbij loop, over mijn grenzen ga, mijn lijf en gevoelens negeer en gewoon ‘ga met die banaan’ beland ik onder aan de streep als een hoopje niets in bed, als één megagrote ongelukkige nee waar geen enkele ja meer uit kàn komen. 


Zoals bij zoveel draait het dus om balans, zoveel ja aan de ene kant betekent zoveel nee aan de andere kant. En doordat mijn balans hierin te vaak compleet doorgeslagen is, ik hem niet kende en ik hem extreem (lang) overbelast heb en verwaarloosd, is hij nu blijvend kapot. Nouja kapot, beperkt, hypergevoelig en erg moeilijk in evenwicht te krijgen. Ik heb heel veel nee’s aan de ene kant van de balans nodig, om op één lijn te komen met de ja-kant. Mijn hele leven al (zie ik nu), maar de laatste jaren in het vierdubbelkwadraat. Wil ik zoiets als op de thee bij een vriendin, even naar het terras, naar de (kringloop)winkel of heb ik een zorgafspraak, dan kan ik de dag ervoor en erna veel niet. En dat wordt alleen maar meer als het grotere en prikkelvollere activiteiten zijn, zoals bijvoorbeeld een ochtend naar de dierentuin met mijn neefje of even naar een feest. Dat heb ik echt hardleers moeten leren afgelopen jaren, want balans hebben in wat dan ook, daar ben ik nooit een ster in geweest, en dat met het sterrenbeeld Weegschaal nog wel. Mijn automatische standaard was gewoon altijd en overal heel veel ja en heel perfect, op welk vlak dan ook. Alles of niets.



In het begin maakte al dat nee moeten zeggen me super verdrietig, ookal merkte ik dat het lichamelijk inderdaad goed voor me was, in mijn hart voelde ik vooral de intense pijn van het gemis. Tijdens mijn periode in de Eikenboomkliniek moest ik ook vaak nee zeggen, ook tegen gezellige extra groepsactiviteiten, een therapiedag was negen van de tien keer namelijk al meer dan genoeg voor me. Na, en soms ook al voor, het avondeten had ik vooral prikkelarme alleentijd nodig op mijn eigen kamertje en daar heb ik vele traantjes om gelaten. Tot één avond dit ineens omdraaide, ik me wel oké voelde bij mijn nee, vrolijk en blij zelfs. Na het avondeten ging de hele groep weer eens naar de theetuin, dat is een theehuisje met terrasje, kinderboerderij en moestuin aan de rand van het bos en op het terrein waarop de kliniek stond. Voor mij was het helaas nooit een haalbare optie om mee te gaan, maar op een avond halverwege mijn opnametijd, voelde het opeens heel fijn dat ik niet meekon, dat ik ‘thuis’ bleef, dat ik weer nee moest zeggen. Ik had de hele donut (bijnaam van ons gebouw) voor mij alleen samen met maar één verpleegkundige en één medecliënt die ook niet meeging, en dat voelde héérlijk! Ik besefte dat als ik wel mee zou gaan, ik daar compleet ongelukkig zou zijn, ik mezelf tegen heug en meug staande moest houden en ik totaal niet voor míj́n plezier of ontspanning mee zou gaan, maar omdat iedereen ging en ik erbij wilde horen, omdat ik ook ja wilde kunnen zeggen. Maar een passend alternatief, in dit geval met een paar mensen in de donut thee drinken paste op dat moment - en vele andere momenten - veel beter bij mij, bij mijn behoeften en grenzen, en maakte me daarom juist blij. Een nee werd zo eigenlijk júíst een ja. Een ja voor mezelf. 


Sindsdien probeer ik steeds meer de focus en nadruk te leggen op welke ja’s ik kan zeggen en niet op de hoeveelheid nee’s. Hoe kan een nou eenmaal nodige nee toch als een waardevolle ja voelen? Hoe kan ik iets bijvoorbeeld toch wel (gedeeltelijk) mee- of mogelijk maken op een manier die bij mij en mijn mogelijkheden past? Wat kan ik / er wel? Wat zou me naast de ‘standaard optie’ ook gelukkig maken en voldoening geven? Ik zie nu bijvoorbeeld een borrel met vrienden anderhalf uur mee kunnen maken en eventjes naar een feest/activiteit gaan als heerlijke geniet-ja’s in plaats van als ik-mis-de-hele-beleving-nee’s. Het is niet alles of niets, niet helemaal ja of helemaal nee, er zit nog zoveel tussenin.


Wederom is (zelf)acceptatie hier de sleutel van, en dat dit proces nog steeds groeit zie ik onder andere ook hieraan. Lukt het altijd om alles zo rooskleurig jippie-ja-jee te zien? Nee, natuurlijk niet. Deze mindset kost me dagelijks ongelofelijk veel energie en die moet ik dan wel  paraat hebben, dus in mindere lichamelijke periodes en dagen word ik alsnog regelmatig bedolven onder de negatieve kanten van al mijn nee’s en ga ik verdrietig kopje onder. Dan is alles wat ik niet (meer) kan, wat ik niet heb, waar ik niet aan mee kan doen en wat allemaal niet mogelijk is gewoonweg even helemaal ¥*#£%*$.


Maar gelukkig lukt het me steeds sneller en beter om dan (zelf) weer boven water te komen, om binnen de vele nee’s al snel weer op zoek te gaan naar waardevolle ja’s en te voelen dat een nee überhaupt niet negatief en zwak is, niet als hij bij je gevoel en grenzen past. Dat het juist heel sterk en knap is wanneer je nee durft te zeggen omdat het voor jezelf beter, leuker, passender en fijner is. En daarbij, een nee hoeft dus niet meteen een 100% nee te zijn. Dàt besef en inzicht is één van mijn meest waardevolle ontdekkingen van de afgelopen jaren en heeft mijn leven zoveel passender en mijzelf zoveel gelukkiger gemaakt. 


Zeg jij vaak 100, 75, 35 of 5 % nee? Durf/lukt je dat? 


Liefs Laura 


Ps. Precies twee jaar geleden, op 13 juni, verliet ik dus de Eikenboomkliniek, sloot ik een bijzondere en ontzettend waardevolle tijd af die ik nevernooit zal vergeten en waar ik mega dankbaar voor ben. Daarom hieronder even een fotothrowback, gewoon omdat het kan en omdat daar mijn negatieve nee’s begonnen zijn met ontwikkelen in waardevolle, passende en haalbare ja’s. En mocht je benieuwd zijn naar woorden bij deze foto’s en over deze levensveranderende tijd, verwijs ik je naar de blogpost die ik precies één jaar geleden schreef onder de titel ‘Alweer een jaar geleden…’ of de allereerste blogpost van deze pagina. 








Reacties

Populaire posts van deze blog

Welkom op mijn blog!

Wat ontzettend leuk dat je een kijkje komt nemen op mijn blog, van harte welkom! Mijn naam is Laura, 35 jaar en ik ben woonachtig in het mooie Brabant. Het meest gelukkig word ik van wandelen in de natuur, tijd doorbrengen met dierbaren, lezen, plantaardig kokkerellen en creatief bezig zijn op allerlei andere vlakken, waaronder schrijven. Al zolang als ik me kan herinneren vind ik het heerlijk om te schrijven. Als kind schreef heb ik honderden fantasieverhalen, had ik diverse penvriendinnen door heel Nederland en schreef ook vaak lange brieven naar vriendinnetjes of familie, heb ik altijd een ‘dagboek’ gehad (nog steeds) en schrijfopdrachten op school waren mijn ultieme favoriet.  Sinds mijn chronisch ziekzijn (2015) heb ik mijn passie voor het schrijven meer dan ooit weer herontdekt, op allerlei manieren. Ongeveer vier jaar geleden (2017) ben ik begonnen met het openbaar schrijven van mijn hersenspinsels op Instagram. Vooral voor mezelf, als een soort verwerking en uitlaatklepje. ...

Dag Eikenboom!

Juni 2019 Nou, dat was het dan. Mijn reis bij de Eikenboom in Zeist zit er helemaal op. Een jaar geleden begon dit ‘grote avontuur’ en liep er een heel andere Laura naar binnen dan die er vandaag voor de laatste keer naar buiten liep. Wat een one of a kind jaar was dit! Een pittig jaar waarin ik niet te beschrijven veel heb meegemaakt. Eén van de belangrijkste dingen hiervan is dat ik weer een heel stuk meer vertrouwen in mijn lichaam heb gekregen. Dat was ik namelijk totaal kwijt na al die jaren met steeds meer klachten, pijn, uitval en bijbehorende onderzoeken en behandelingen. Dat vertrouwen reikt ook zeker verder dan alleen mijn lichaam, want ook in de toekomst en in mezelf heb ik een stukje meer vertrouwen gekregen. En dat voelt fijn. Ik heb mijn beperkingen, klachten en grenzen beter leren kennen en accepteren, al blíj́ft dat laatste heel moeilijk en frustrerend. Nee, ik ben er nog lang niet, maar ik ben wel weer onderweg, en dat was een jaar geleden heel anders. De bijzondere ti...

Verhuisblog 2; Het ontwerp

Het definitieve ontwerp voor mijn nieuwe huisje is af en het is zo ontzettend gaaf geworden, ik kan mijn geluk niet op, wat een droom! Na een aantal puzzel- en aanpassingsrondes met de architect kreeg ik twee weken terug de uiteindelijke tekeningen te zien en weet ik nu dus ‘precies’ hoe ik over een jaar kom te wonen, want zoals je in de eerste blogpost van deze rubriek kon lezen, kan ik eindelijk terugverhuizen naar Oirschot, naar een mantelzorgwoning op het (nieuwe) erf van mijn ouders. Mocht je deze blogpost gemist hebben en meer willen weten over het hoe en wat, scroll dan vooral even terug op de homepage. Vandaag neem ik jullie al schrijvend mee door de plattegronden, bouwtekeningen plus twee prachtige 3D-sfeerimpressies, en vertel ik alles over mijn keuzes en gedachten daarbij. Lees je mee? Mijn huisje is onderdeel van een groot bijgebouw met daarin nog drie andere functies, namelijk een carport voor de auto’s van mijn ouders, een tweede wat kleinere mantelzorgwoning voor mijn om...