Stiekem denk ik bijna elke dag nog wel terug aan ‘vroeger’, aan die goeie (èn slechte) ouwe tijd, alle leeftijden en fases passeren daarbij afwisselend vanzelf wel de revue. Ik haal herinneringen op, beleef gebeurtenissen opnieuw en droom er zelfs regelmatig over, zeker de laatste tijd. En met een extreem gedetailleerd olifantengeheugen (waar ik elke week nog mensen mee verbaas) zijn deze herinneringen en dromen altijd erg levendig, net alsof ik er weer even echt ben. Wat vaak heel fijn is, maar ook zeker nadelen heeft waar ik mezelf op tijd tegen in bescherming moet nemen. In de afgelopen 33,5 jaar ben ik erg veranderd, wellicht meer dan een ‘gemiddeld’ mens dat doet in die tijdspanne, en op ontzettend veel vlakken. Hardleers veranderd, dat wel. Bij veel van die veranderingen is de kern dat ik mezelf - beetje bij beetje - steeds beter heb leren accepteren en vertrouwen. Ik steeds meer mezelf ben gaan (durven) zijn waardoor de ‘echte’ Laura steeds meer zichtbaar werd, zowel voor mezelf als voor de buitenwereld. Dag maskers, dag muren. Echter verliep het veranderingsproces rondom de relatie en omgang met mijn lijf heel anders, juist met flinke horten en stoten, als een achtbaan met grote richtingveranderende loopings. Van allereerst jarenlang als vanzelfsprekend van mijn lijf profiteren (en overbelasten) zonder ook maar iets terug te geven als dat nodig was, naar een lange periode van negeren, verafschuwen en haten, naar het uiteindelijk langzaamaan in contact met haar komen, accepteren en soms zelfs waarderen en omarmen. Dat was, en is nog steeds, misschien wel de moeilijkste (en sowieso engste) achtbaan waar ik ingezeten heb. De complexe en scheve relatie met mijn lijf zat al zo lang zo diepgeworteld dat deze heftige loopings blijkbaar nodig waren om te komen waar ik nu ben. Als ik herinneringen ophaal aan vroeger en dit proces ernaast leg, krijg ik vaak een erg dubbel gevoel, voel ik veel spijt en ‘domheid’ over hoe ik vroeger met mijn lijf ben omgegaan en over haar dacht. Ik zie nu pas echt hoeveel zij me altijd al gegeven heeft en waard was; je weet inderdaad pas wat je mist als het er niet is. Ik besef nu dat ze me nooit heeft willen dwarsbomen of pesten, integendeel, ze wilde me alleen maar waarschuwen en helpen. En ook zij gaf daarbij allesbehalve zomaar op en kreeg heel erg uiteindelijk haar zin, ze won, gelukkig maar!
Als gezond en blakend kind is het natuurlijk logisch dat je niet stilstaat hoe dankbaar je mag zijn voor alle ‘gewone’ dingen die je kunt, zeker als je dat niet geleerd wordt thuis, op school en in de maatschappij. Die onbevangenheid maakt een kinderleven doorgaans ook zo mooi, fijn en zorgeloos; zo jaloersmakend. Op veel gebieden wordt deze onbevangenheid vanzelf steeds minder als je ouder wordt, life happens, maar zolang je gezond blijft en je kan doen met je lijf wat je wil, blijft die onbevangenheid en vanzelfsprekendheid op dat gebied vaak nog wèl jarenlang heel sterk aanwezig. Soms wel tientallen jaren en als je geluk hebt zelfs (bijna) levenslang. Dat geluk had ik helaas niet, mijn lijf begon me op mijn 14e al beperkingen op te leggen en me regelmatig in de steek te laten. Alhoewel, nu vraag ik me steeds vaker af of ik dit niet andersom moet zien, dat ik mijn lijf in de steek begon te laten. Ik gaf haar namelijk niet wat ze eigenlijk nodig had, luisterde niet naar gefluister èn zelfs nauwelijks naar haar geschreeuw, vond haar maar irritant want ze maakte me nog raarder en anders dan ik me sowieso al voelde.
Na de nog vele diverse (tevergeefse) loopingen de jaren daarna, die me allemaal duidelijk wilde maken dat ik veel te veel vroeg van mezelf en compleet over al mijn grenzen ging, was er een hele grote knock-outlooping nodig om me eindelijk echt wakker te schudden. Letterlijk niets meer kunnen bracht mij in een totaal andere relatie met mijn lijf. Of nouja, eigenlijk was er totaal geen relatie meer, voor mijn gevoel had ik geen lijf meer, alleen een hoopje niets. Ik verafschuwde haar, haatte haar, en wilde haar het liefst wegstoppen, verbannen en inruilen vooral. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Wat ik uiteraard diep van binnen wel wist, maar ik kon zo’n beperkt lijf gewoonweg niet accepteren, wilde er niet aan toegeven, ik zou gewoon weer terugkomen. Doorgaan, blijven vechten en niet opgeven. Maar die mindset en verwachtingen waren nou juist de grootste veroorzakers van alle narigheid en bleven me juist gevangen houden. Soms is stoppen, minderen, veranderen of opgeven nou eenmaal veel beter zie ik nu, maar toen allesbehalve.
Gelukkig kwamen er na een jaar of twee in deze diepste put, eindelijk weer kleine loopinkjes in mijn achtbaan, alleen nu in positieve zin. Door vele revalidatie- en therapietrajecten en alles wat daarbij hoort, accepteerde ik héél langzaam de beperkingen, prikkelgevoeligheid en grenzen van mijn lijf, en begon ik mijn mogelijkheden weer te zien en ontdekken. Met name door de diverse diagnoses en stempeltjes die ik kreeg, lukte het steeds beter om te begrijpen waarom ik ben zoals ik ben en waarom mijn lijf is zoals ze is, een hele belangrijke bodem voor mijn (zelf)acceptatieproces. Ook zag ik steeds meer dat het eigenlijk best bewonderenswaardig is dat ik alles nog zo lang zo extreem ‘goed’ volgehouden heb. ‘Hoe dan?!!’ denk ik nu in ieder geval heel vaak. De allergrootste positieve looping hierin was mijn opname van een half jaar in de Eikenboomkliniek, daar is de relatie met mijn lijf echt duurzaam beginnen te veranderen. Ik leerde naast meer over mezelf onder andere ook om meer vanuit gevoel te leven in plaats van vanuit gedachten en verwachtingen, om oprecht dankbaar te zijn voor kleine dingen, mijn krachten en talenten te zien, en vooral om mezelf èn mijn lijf te accepteren. Ik leerde te roeien met de riemen die ik (wel) heb en inzien dat ik ook in een roeiboot een heel mooi, fijn en waardevol leven kan hebben, in mijn geval zelfs een nog veel mooier en fijner leven dan in een speedboot.
Nog elke dag doet deze laatste grote looping zijn werk en groeien de zaadjes die toen zo solide geplant zijn. Ook de zaadjes van een gezondere relatie met mijn lijf, al hebben die dus wat meer zon, water en liefde nodig dan de rest. Dit gaat uiteraard met ups and downs, want that’s life, en ben ik bij lange na niet waar ik zou willen zijn, maar ook dàt accepteer ik steeds beter. Het is en blijft nou eenmaal het gebied wat het meest ‘achterblijft’, erg gevoelig ligt en zich het moeizaamste en langzaamste ontwikkeld. Het hoort bij mij, dat ben ik.
Maar vaker en beter dan ooit gaan mijn lijf en ik hand in hand door het leven en ervaar ik (eindelijk) dat we samen veel verder komen dan alleen, zelfs ondanks de blijvende littekens die we beide hebben. Ook heb ik meer vertrouwen dan ooit dat we op deze manier best een leuke achtbaan tegemoet gaan, ookal is dat in een roeibootje.
Liefs Laura
Reacties
Een reactie posten